Je komt binnenkort met je mama of papa naar het ziekenhuis voor een EEG. Dit is een onderzoek die de hersenactiviteit in je hoofd meet.
Op de dag van het onderzoek schrijf je je samen met je mama of papa in aan de kiosk in de centrale hal.
Hier worden stickers met je naam afgedrukt.
Daarna gaan jullie naar het secretariaat neurologie op het gelijkvloers en zeg je aan de mevrouw dat je er bent.
Je mag nog even wachten in de wachtzaal tot de verpleegkundige jouw naam zegt.
De verpleegkundige gaat samen met jou en je mama of papa naar de EEG-kamer waar het onderzoek plaatsvindt.
Daar mag je op een stoel gaan zitten.
Er wordt een soort muts met buisjes op je hoofd gezet. Dit doet geen pijn.
Daarna worden er elektrodes (rode knopjes) met gel op je hoofd vastgemaakt.
Aan de elektroden worden kabeltjes gekoppeld die verbonden zijn met de computer.
Zo kan de verpleegkundige op het computerscherm je hersenactiviteit meten.
Als alle kabeltjes verbonden zijn, kan het onderzoek beginnen. Dan moet je heel stil zitten en mag je niet praten.
Tijdens het onderzoek zal de verpleegkundige je vragen om je ogen open en dicht te doen en op het einde van het onderzoek zal je heel diep in en uit moeten ademen.
Er wordt ook een flitsend licht voor je ogen gehouden. Net alsof ze heel veel foto’s van je maken.
Op het computerscherm komen een heleboel lijnen die jouw hersenactiviteit tonen.
Na het onderzoek neemt de verpleegkundige de muts weg en wrijft ze de gel uit je haar.