Je krijgt binnenkort een onderzoek waarbij er röntgenfoto’s genomen worden van een orgaan in je lichaam (longen, nieren, enz.).

Op de dag van het onderzoek schrijf je je samen met je mama of papa in aan de kiosk in de centrale hal. Je krijgt een nummer om naar het loket te gaan. 

Een dame aan het loket geeft je een naambandje en naamstickers.

Daarna gaan jullie naar de kinderafdeling op de 7de verdieping van het ziekenhuis.

Daar meld je je aan.

De verpleegkundige neemt je mee naar de onderzoekskamer aan het begin van de gang.

Daar mag je op onderzoekstafel liggen. Papa of mama mag bij je blijven. Je krijgt een prik. Daar wordt er een buisje aangehangen en komt er een verband rond. Dit wordt ook een braunule genoemd.

De verpleegkundige neemt je, samen met je mama of papa, mee naar de 2de verdieping. Hier mag je even wachten in de wachtzaal.

Als de verpleegkundige jouw naam zegt, mag je naar de radiologiezaal.

Je mag je kleren aanhouden en op de onderzoekstafel gaan liggen.

Mama of papa mag bij je blijven, maar moet daarvoor een loden schort aandoen. Dit dient als bescherming tegen de röntgenstralen.

Tijdens het onderzoek moet je proberen om stil te blijven liggen. De tafel beweegt en schuift voor- en achteruit door een tunnel.

De verpleegkundige spuit een contrastvloeistof in het buisje in je hand of arm. Daar kan je het een beetje warm van krijgen. Nu kunnen er betere foto’s genomen worden.

De verpleegkundige kijkt door het raam naar jou en zegt: “Even niet ademen.” en een beetje later “Je mag weer ademen.” Dan worden er foto’s genomen.

Na het nemen van de foto’s mag je terug naar de kinderafdeling waar de braunule weggenomen wordt.