Binnenkort krijg je een blaasonderzoek (of cystografie). Een blaasonderzoek is een radiologisch onderzoek waarin afwijkingen van de blaas of de urinewegen opgespoord worden.
Op de dag van het onderzoek schrijf je je samen met je mama of papa in aan de kiosk in de centrale hal. Je krijgt een nummer om naar het loket te gaan.
Een dame aan het loket geeft je een naambandje en naamstickers.
Daarna gaan jullie naar de kinderafdeling op de 7de verdieping en zeg je aan de verpleegkundige dat je er bent.
De verpleegkundige neemt jou en je mama of papa dan mee naar de onderzoekskamer aan het begin van de gang.
De verpleegkundige doet het naambandje om je pols. Je doet je onderbroek uit en gaat op de onderzoekstafel liggen.
Je plasgaatje wordt ontsmet en via je plasbuis wordt een sonde ingebracht. Dit is een vervelend gevoel.
Daarna mag je je mag kleren terug aantrekken.
De verpleegkundige komt je halen om samen met je mama of papa naar de dienst radiologie op de 2de verdieping te gaan.
Daar mag je nog even wachten in de wachtzaal.
Als de verpleegkundige jouw naam zegt, mag je naar de kleedkamer. Als je dat wil, mag mama of papa mee. In de kleedkamer mag je je onderbroek uitdoen.
De verpleegkundige helpt je op de onderzoekstafel.
De dokter doet een schort aan en komt naast je staan.
Hij vult je blaas via de sonde met contrastvloeistof. Tijdens het vullen van je blaas, worden er radiologische opnames gemaakt.
Eenmaal je blaas vol is, mag je zittend of rechtstaand plassen in een urinepotje of een soort plasfles (urinaal). Ook nu worden er opnames gemaakt.
Nadat je geplast hebt, wordt de sonde verwijderd. Dat voelt minder vervelend aan dan het inbrengen.
Je mag je kleren terug aandoen.
Na het onderzoek wordt een antibioticum toegediend of voorgeschreven. Soms heb je nadien een branderig gevoel tijdens het plassen en kan je een beetje bloed in je urine vinden.