Je wordt opgenomen in het ziekenhuis en je moet geopereerd worden.
De dag van de operatie mag je niet eten of drinken.
Je pyjama mag je aanhouden. Je knuffel krijgt een naamsticker en mag bij je blijven.
Je zit in je bed en gaat samen met de verpleegkundige en je mama of papa naar de operatiezaal. Hiervoor moet je naar beneden. Daar liggen ook veel grote mensen in een bed.
Je moet er nog even wachten. Mama of papa moet een blauw pak aantrekken en mag dan de hele tijd bij je blijven. Je mag nog even spelen of tv kijken.
Het is nu tijd om naar de dokter te gaan. De verpleegkundige komt je halen en mama of papa mag met je mee.
In de operatiezaal staan veel machines die de dokter gebruikt tijdens de operatie.
Nu mag je op de operatietafel gaan liggen. Mama of papa mag naast je zitten. De slaapdokter (of anesthesist met een moeilijk woord) houdt een masker boven je gezicht of geeft jou een prikje. Er wordt een knijper op je grote teen of vinger gezet om je hartslag te meten tijdens de operatie.
Je mag je knuffel dicht bij je houden.
Terwijl je slaapt, kan de dokter je opereren zonder dat je iets voelt.
Als je weer wakker wordt, zit mama of papa naast je. Het kan zijn dat er aan je arm een verband zit met een buisje.
De dokter komt kijken hoe het met je gaat en geeft aan mama of papa alle uitleg.
De verpleegkundige zegt wanneer je terug naar je kamer mag om nog wat uit te rusten.
Na een tijdje brengt de verpleegkundige je een glaasje water en daarna een koekje.