Je komt binnenkort een dagje naar het ziekenhuis voor een operatie. Je mag die ochtend niets eten of drinken.
Je schrijft je samen met je mama of papa in aan de computer in de inkomhal en je krijgt een nummer om naar het loket te gaan. De dame aan het loket geeft je een naambandje en naamstickers.
Daarna neem je met je mama of papa de lift naar het kinderdagziekenhuis op de 7de verdieping.
Daar mag je wachten tot de verpleegkundige komt zeggen dat het jouw beurt is.
De verpleegkundige vraagt om je pyjama aan te doen.
Het naambandje wordt om je enkel gedaan.
Je wordt gewogen en je temperatuur wordt gemeten.
Als je wil, mag je knuffel mee.
De verpleegkundige rijdt met jou en mama of papa naar het operatiekwartier. Hiervoor nemen jullie de lift naar beneden.
Beneden liggen ook veel grote mensen in een bed. Je moet er nog even wachten. Mama of papa moet een schort en een muts aandoen voor de hygiëne.
Een speljuf vertelt je wat er bij de dokter zal gebeuren. Je mag ook nog even spelen of tv kijken.
Het is nu tijd om naar de dokter te gaan.
De verpleegkundige komt je halen en mama of papa mag met je mee.
In de operatiezaal staan veel machines die de dokter gebruikt tijdens de operatie.
Nu mag je op de tafel gaan liggen. De slaapdokter (of anesthesist met een moeilijk woord) houdt een masker boven je gezicht of geeft jou een prikje.
Er wordt een zachte knijper op je grote teen of vinger gezet om je hartslag te meten tijdens de operatie.
Je mag je knuffel dicht bij je houden.
Terwijl je slaapt, kan de dokter je opereren zonder dat je iets voelt.
Als je wakker wordt, zit mama of papa naast je.
Het kan zijn dat er aan je arm een verband zit met een buisje.
De dokter komt kijken hoe het met je gaat en geeft aan mama of papa alle uitleg.
De verpleegkundige zegt wanneer je terug naar je kamer mag om nog wat uit te rusten.
Na een tijdje brengt de verpleegkundige je een glaasje water en daarna een koekje of een ijsje.
Na het rusten zegt de verpleegkundige wanneer je terug naar huis mag. Je mag je kleren terug aandoen.